1. Inleiding
Nog altijd zijn de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus merkbaar in de stad. De ontwikkelingen zijn grillig. Dat vraagt van ons flexibiliteit, maar ook om koersvastheid: naast het opvangen van directe effecten van de crisis werken we aan perspectief en herstel. We richten ons op interventies met toekomstperspectief voor de groepen die het hardst worden getroffen door de crisis, op investeringen in de oplossingen voor morgen die bijdragen aan de weg uit de crisis en op het overeind houden van cruciale voorzieningen voor na de crisis. In de Programmabegroting 2021 zijn daarom vier meerjarige maatregelenpakketten vastgesteld, gericht op noodsteun voor essentiële voorzieningen, bestaanszekerheid en werk voor Utrechters en extra toekomstbestendige investeringen in de grote transities (zorg, werk, wonen, groen, mobiliteit, energie). De uitvoering van deze maatregelen vindt ook in 2022 plaats. Daarnaast brengt de uitbraak van het coronavirus onvermijdelijke kosten met zich mee. In dit hoofdstuk geven we achtereenvolgens inzicht in het scenario dat uitgangspunt is voor de Programmabegroting, de uitvoering van de maatregelenpakketten in 2022 en de verwachte onvermijdelijke kosten in 2022.
2. Scenario’s
We zien dat de aard van de crisis verandert. Het economische herstel is sneller en sterker dan verwacht gekomen, terwijl er op gezondheidsgebied veel onzekerheid blijft, bijvoorbeeld over de werking van de vaccins en mogelijke nieuwe varianten. Tegelijkertijd worden de steunmaatregelen van het Rijk binnenkort beëindigd. Deze combinatie van factoren zorgt nog steeds voor een grote onzekerheid over het verloop van de crisis, de noodzakelijke maatregelen en de maatschappelijk en economische effecten daarvan. De maatregelenpakketten zijn nu dus nog steeds een passend antwoord op de crisis, ook al omdat ze de mogelijkheid bieden om flexibel te zijn in onze maatregelen, maar de veranderende aard van de crisis noopt ons tot een continue kritische blik op de scenario’s én de maatregelen die we hanteren.
De gekwantificeerde effecten van de coronapandemie hebben wij zowel bij de begroting 2021 als bij de verantwoording 2020 in beeld gebracht aan de hand van twee scenario’s, het meest realistische scenario C en een ongunstiger scenario D. Scenario C gaat ervan uit dat medio 2021 het economische herstel inzet. De meest recente rapportage van het CPB (link) laat een overtuigend herstel zien, dat doorzet in 2022. Wij vinden op basis van de huidige ontwikkelingen dat het geactualiseerde scenario C het meest realistisch is, nu de coronapandemie beheersbaar is met behulp van een stijgende vaccinatiegraad. In paragraaf 4 van dit coronahoofdstuk lichten wij de actuele raming van het basisscenario toe. De kosten hiervan worden gedekt ten laste van de algemene reserve, zoals besloten bij de Programmabegroting 2021.
Naast het realistische scenario C houden wij ook rekening met een ongunstiger scenario, scenario D. Dit scenario is gebaseerd op een economisch herstel, dat pas in 2022 op gang komt. Inmiddels is duidelijk dat de grootste onzekerheid niet meer op economisch terrein ligt, maar bij de ontwikkeling van het virus en de vraag of de vaccinaties voldoende bescherming blijven bieden. Mogelijk blijft het virus langere tijd aanwezig en zal de samenleving zich daarop moeten instellen. De aard van de onzekerheden verschuift en dat raakt de scenario’s. De geschetste verschuiving van de onzekerheden maakt dat het ongunstige scenario (scenario D) wellicht een andere insteek vraagt, met minder nadruk op het economische herstel. Dit willen wij komend najaar verder onderzoeken.
Het risico dat een ernstiger scenario zich voordoet is meegenomen bij de actualisatie van het weerstandsvermogen (link naar paragraaf). Daarbij is scenario D, met een vertraagd economisch herstel als uitgangspunt gehanteerd. Als dit scenario zich voordoet, zullen de onvermijdelijke kosten hoger zijn. Uit de actualisatie van scenario D blijkt dat de inschatting van effecten van scenario D ten opzichte van de verantwoording 2020 nagenoeg gelijk zijn gebleven.
3. Maatregelenpakketten
Uit de monitor van de maatregelenpakketten (zie in de tweede bestuursrapportage 2021 een uitgebreide beschrijving van de aard, werking en effectiviteit van de vier maatregelenpakketten - blijkt dat we in 2020 en 2021 een aantal nadelige effecten van de crisis hebben kunnen opvangen. Er zijn bijvoorbeeld instellingen behouden, er is extra zorg geleverd, de schulddienstverlening is uitgebreid, jongeren begeleid naar werk en opleidingen. Bij sommige interventies is het nog te vroeg is om te kunnen rapporteren over de resultaten en effecten, de daadwerkelijke uitvoering komt nu op stoom. De geactualiseerde financiële prognose laat zien, dat in 2021 de uitgaven ten laste van de bestemmingsreserve lager zullen zijn dan begroot. Daar zijn verschillende redenen voor, zoals een hogere rijksbijdrage in pakket 1 en een lagere instroom van bijstandsgerechtigden in pakket 3. Gesignaleerde knelpunten kunnen binnen de pakketten worden opgelost, zoals het versterken van de ondernemersdienstverlening.
3.1 Essentiële voorzieningen in stad, wijk en buurt
Door de lockdowns lag het sociaal-maatschappelijke leven in de stad lange perioden stil, met groot effect voor voorzieningen als sport, cultuur en evenementen. Ook de anderhalvemetermaatregelen maken een sluitende exploitatie in veel gevallen onmogelijk. Met de maatregelen in dit pakket is een groot aantal waardevolle organisaties behouden. Mede dankzij de ontvangen bijdragen van het Rijk en de provincie was er aanvullend op de noodsteun ook ondersteuning mogelijk voor innovatie en herstel bij het opnieuw openstellen van de voorzieningen, onder de beperkende voorwaarden zoals de anderhalve meter en de maximale bezoekersaantallen. In de Programmabegroting 2021 is ervan uitgegaan dat de ondersteuning van essentiële voorzieningen alleen in 2021 nodig was. Maar het is onzeker of de verspreiding van het virus het loslaten van de beperkingen mogelijk maakt, terwijl de economische steunmaatregelen van het Rijk per 1 oktober worden beëindigd. Op dit moment begroten wij nog geen uitgaven in 2022 voor het in stand houden van essentiële voorzieningen.
3.2 Versterken bestaanszekerheid
De crisis heeft gevolgen voor de bestaanszekerheid en kansengelijkheid van veel Utrechters. Daarom bevat dit pakket een aantal maatregelen gericht op het bieden van een kansrijke start, het inhalen van vertraging in de Jeugdgezondheidszorg, het opvangen van uitgestelde zorgvragen en extra en nieuwe vragen op het gebied van schulden, zorg en veiligheid. Dit naast de maatregelen uit de andere pakketten en de reguliere programma’s die ook bijdragen aan bestaanszekerheid en kansengelijkheid. De maatregelen zijn gericht op innovatie en transformatie (versneld vernieuwen) en het opvangen van effecten (beroep op steun en zorg). Zie de tweede bestuursrapportage 2021 voor een uitgebreide beschrijving van het pakket.
Beschikbare bedragen per maatregel | |||
Maatregel | Begroot 2021 | Begroot 2022 | |
Versneld vernieuwen Zorg dichtbij en op maat* | 7,2 | 10,4 | |
Kansrijke start voor kinderen | 0,8 | 1,0 | |
Schulden voorkomen of versneld oplossen | 2,54 | 2,11 | |
Veiligheid | 0,98 | 0,45 | |
Totaal | 4,32 | 3,56 |
---|
* Deze post is hier in beeld gebracht, omdat de kosten zijn opgenomen in het scenario C, maar we deze onvermijdelijke kosten gaan inzetten voor extra investering in de sociale basis en basiszorg waarmee de transformatie versneld wordt met als doel hogere kosten later te voorkomen.
3.3 Werken, opleiden en begeleiden
Met dit pakket helpen we werkzoekenden snel weer aan het werk en willen we de negatieve economische effecten van de pandemie zoveel mogelijk dempen. Het maatregelenpakket bestaat uit een samenhangende mix van instrumenten die we opschalen, nieuwe en geïntensiveerde samenwerkingen en veelbelovende pilotprojecten. De uitvoering van het geheel aan maatregelen komt inmiddels goed op stoom. Het gebruik is op dit moment nog wel wisselend. Zo start een aantal subsidieregelingen in september 2021. Mede daardoor is de effectiviteit voor veel maatregelen op dit moment nog niet goed te meten. In het kader van de gewenste effectiviteit hebben we op basis van de actualiteit wel bijgestuurd. Belangrijk voorbeeld is de maatregel formatie voor begeleiden. Doordat de instroom in de reguliere bijstand tot nu toe meevalt en de uitstroom goed is hebben we nauwelijks extra capaciteit georganiseerd. Daarentegen voorzien we een verhoogde stijging in de aanvragen voor de bijzondere bijstand voor zelfstandigen. Dit vraagt om meer begeleiding van deze ondernemers. Zie de tweede bestuursrapportage 2021 voor een uitgebreide beschrijving van het pakket.
Begroting per maatregel | ||
---|---|---|
Maatregel | Begroot 2021 | Begroot 2022 |
Cofinanciering bijdrage Rijk voor ROM t.b.v. innovatief MKB | 0,51 | 0,01 |
Proactief herontwikkelen en verbeteren van werklocaties (OMU) | 0,75 | 0,32 |
Herhuisvesten bedrijven | 0,1 | 0,1 |
Vitale hoofdstructuur Retail | 0,875 | 0,63 |
Versterken Toekomstbestendige werken via marktgroepen | 0,75 | 1,5 |
Voucherregeling | 0,5 | 0,5 |
Stimuleringsregeling Leerwerkplekken maakindustrie | 0,5 | 0,5 |
Aanpak kwetsbare jongeren | 0,3 | 0,3 |
Begeleiden naar werk | 1,87 | 1,93 |
Totaal | 6,155 | 5,790 |
3.4 Investeren met maatschappelijk rendement
In dit pakket zien we corona als een kans om de belangrijkste transities te versnellen: energie, klimaat, groen, mobiliteit, economie en wonen. Dat doen we door het stimuleren van de (lokale) economie en (duurzame) werkgelegenheid; een duurzaam herstel dat bijdraagt aan noodzakelijke aanpassingen op gebied van klimaat, energie, groener en gezonder maken van de stad; het versnellen en betaalbaar maken van woningbouwprojecten voor alle doelgroepen en mobiliteitsoplossingen die woningbouw en werkgelegenheid mogelijk maken.
Het grootste deel van de maatregelen is inmiddels, en conform planning, gestart. Dat betekent dat nu veel voorbereidende werkzaamheden plaatsvinden. Fysieke projecten vragen voorbereidingstijd voordat de daadwerkelijke uitvoering op straat kan starten. Veel fysieke projecten starten met de uitvoering in de loop van dit jaar of in 2022. Dat zal dan leiden tot een toename in werkgelegenheid in de uitvoerende sectoren. Zie de tweede bestuursrapportage 2021 voor een uitgebreide beschrijving van het pakket.
x € 1.000 | |||||||||
Begroot bedrag 2021 | Prognose 2021 | Ten laste van de reserve | begroot bedrag 2022 | onttrekking reserve 2022/2023 | |||||
1e tranche | |||||||||
Gezonde leefomgeving | |||||||||
Openbare ruimte Bernadottelaan | 750 | 400 | 400 | 350 | |||||
Groene lint Overvecht | 200 | 250 | 150 | 50 | |||||
Rotsoord | 1.700 | 250 | 250 | 1.450 | |||||
Maarschalkerweerd Lunettenpark | 1.500 | 800 | 800 | 700 | |||||
Duurzame bouwproductie/duurzame groei | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aanjagen productie | 1.530 | 1.530 | 1.530 | 1.500 | 1.500 | ||||
(T)huis voor iedereen | 320 | 320 | 320 | 300 | 300 | ||||
Verduurz. woningvoorraad | 40 | 0 | 0 | 0 | 40 | ||||
Overvecht Noord aardgasvrij (2022) | 3.750 | 3.750 | |||||||
Totaal 1e tranche | 6.040 | 3.550 | 3.450 | 5.550 | 8.140 | ||||
2e tranche | |||||||||
Gezonde leefomgeving | |||||||||
Vergroenen Rivierenwijk e.o. | 200 | 600 | 200 | 600 | 600 | ||||
Vergroening Noordwest | 550 | 500 | 200 | 150 | 500 | ||||
Maarschalkerweerd overige twee parken | 150 | 150 | 150 | 1.350 | 1.350 | ||||
Herinrichting Enecoterrein (2022) | 2.000 | 2.000 | |||||||
Totaal 2e tranche | 900 | 1.250 | 550 | 4.100 | 4.450 | ||||
Beide tranches | 6.940 | 4.800 | 4.000 | 9.650 | 12.590 |
3.5 Ontwikkeling bestemmingsreserve corona
Bij de Programmabegroting 2021 is voor de uitvoering van de maatregelpakketten een bestemmingsreserve ingesteld van 37,7 miljoen euro. Gelet op de omvang van de coronacrisis, de verwachte na-ijleffecten en de (nog altijd voortdurende) onzekerheden over de ontwikkeling van de crisis, zijn de maatregelenpakketten ingesteld voor een periode van twee jaar. De geactualiseerde prognose laat zien, dat in 2021 de onttrekking aan de bestemmingsreserve lager zal zijn dan begroot. Voor een deel vinden de daadwerkelijke uitgaven plaats in 2022, bijvoorbeeld voor de investeringsprojecten in pakket 4. Bij de Tweede bestuursrapportage stellen wij stellen voor het voor 2021 benodigde bedrag van 20,56 miljoen euro te onttrekken aan de bestemmingsreserve. Bij de integrale afweging in 2022 wordt in het licht van de dan actuele situatie de omvang van de reserve bezien.
De begrote uitgaven voor 2022 worden gedekt uit de bestemmingsreserve. Bij de bestuursrapportages informeren wij u over de voortgang van de uitvoering en doen wij een voorstel voor onttrekking aan de reserve.
4. Onvermijdelijke kosten
De onvermijdelijke kosten als gevolg van de doorwerking van de coronacrisis in 2022 bedragen 16,1 miljoen euro. Deze berekening is gebaseerd op Scenario C. Ten opzichte van de berekening bij de Voorjaarsnota 2021 stijgen de kosten voor de periode 2022-2024 met 0,7 miljoen euro. Daar staat een daling van de verwachte kosten in 2021 met 2,3 miljoen euro tegenover.
In onderstaande tabel zijn de actuele cijfers weergegeven:
x € 1.000 | |||||||||
Programma | VJN 2021 | Begroting 2022 | Verschil VJN 2021 en begroting 2022 | ||||||
2022 | 2023 | 2024 | 2022 | 2023 | 2024 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Algemene Middelen | 1.513 | 713 | 413 | 978 | 0 | 0 | -535 | -713 | -413 |
Bereikbaarheid | 720 | 0 | 0 | 720 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bewoners & Bestuur | 0 | 0 | 0 | ||||||
Cultuur | 0 | 0 | 0 | ||||||
Diverse programma's | 0 | 0 | 0 | ||||||
Economie | 0 | 0 | 0 | ||||||
Ondersteuning op maat | 8.000 | 3.200 | 10.400 | 3.200 | 2.400 | 0 | 0 | ||
Openbare ruimte & groen | 585 | 235 | 185 | 585 | 235 | 185 | 0 | 0 | 0 |
Overhead | 459 | 459 | 459 | 459 | 459 | 459 | 0 | 0 | 0 |
Samenleven en Sport | 0 | 0 | 0 | ||||||
Stedelijke Ontwikkeling | 553 | 0 | 0 | 553 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vastgoed | 0 | 0 | 0 | ||||||
Veiligheid | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Volksgezondheid | 0 | 0 | 0 | ||||||
W&I | 2.400 | 3.250 | 900 | 2.400 | 3.250 | 900 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 14.230 | 7.857 | 1.957 | 16.095 | 7.144 | 1.544 | 1.865 | -713 | -413 |
In twee programma’s is een aanpassing van de begroting zichtbaar. Door het afbouwen van de meest beperkende coronamaatregelen worden de gemiste opbrengsten van de toeristenbelasting in het programma Algemene middelen lager ingeschat. Deze beweging is al in 2021 in gang gezet. In het programma Ondersteuning op maat was een bedrag begroot van 8 miljoen euro voor het boeggolfeffect in de (jeugd) zorg. Een deel van dit geld wordt preventief ingezet voor versneld vernieuwen van de zorg. Naar verwachting kunnen niet alle uitgaven op dit vlak in 2021 worden gerealiseerd, 2,4 miljoen euro van de kosten zal in 2022 vallen.