Algemene programmadoelstelling

Om onze groeiende stad gezond en bereikbaar te houden, geven we voorrang aan schone manieren van vervoer die zo min mogelijk ruimte innemen. Lopen, fietsen en openbaar vervoer. Zo maken we de lucht schoner en de straat rustiger en veiliger. Gelukkig is de afgelopen jaren al te zien dat de inzet op actieve en schone vormen van mobiliteit succesvol is: het gebruik van fiets en OV in de stad groeit ten opzichte van het autogebruik. Met het geactualiseerde mobiliteitsplan zetten we vol in op het doorzetten van deze positieve ontwikkeling.

Ook de manier waarop we werken aan de gebiedsontwikkeling draagt bij aan een gezond stedelijk leven voor iedereen in onze stad. We kiezen zoveel mogelijk voor een mix van wonen, werken en andere functies. Hiermee bieden we mensen meer voorzieningen binnen hun bereik waardoor lopen en fietsen aantrekkelijk zijn om nabije voorziening te bereiken. We kiezen voor meer ruimte voor groen, spelen en verblijven door verkeers- en parkeerruimte anders in te richten. Zo zorgen we voor relatief minder (hinder van) verkeer en een betere bereikbaarheid. Alle bestemmingen zijn per auto bereikbaar, maar niet altijd via de kortste of snelste route.

Utrecht wil een inclusieve stad zijn. We werken aan het wegnemen van zowel fysieke als niet-fysieke barrières en belemmeringen. Zo kun je voorzieningen zoals supermarkten en scholen goed te voet bereiken en zijn er maatwerkoplossingen voor bijvoorbeeld mensen met een fysieke of andere beperking. Voor inwoners voor wie er geen geschikt alternatief voor de auto is, blijft het gebruik ervan mogelijk.

De impact van de pandemie op de toekomst van de stad en de mobiliteit kan op dit moment nog niemand overzien. Hoe mensen wonen, werken, in de openbare ruimte verblijven en hoe mensen mobiel zijn, dat alles kan in vervolg op de corona uitbraak meer of minder gaan veranderen, zonder dat nu te voorspellen is hoe ingrijpend dat zal zijn. Maar dat het effect op de trend in de mobiliteitscijfers zal hebben is zeker. Diverse instanties bestuderen dit vraagstuk, zoals het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). We houden de uitkomsten nauwgezet in de gaten.

Mobiliteitsplan 2040
Met het Mobiliteitsplan verleggen we de planhorizon van 2025 naar 2040 en wordt de samenhang met de verstedelijking versterkt. De groei van de stad stimuleren we langs het OV-netwerk. Wonen,
werken en voorzieningen brengen we hiermee dichter bij elkaar zodat mensen minder hoeven te reizen. Ten opzichte van het vorige plan (SRSRSB) is aangescherpt welke inhoudelijke bijdrage vanuit mobiliteit wordt geleverd om gezond stedelijk leven voor iedereen mogelijk te maken. De aanscherpingen zitten voornamelijk op meer inzet op anders reizen, het faciliteren van de groei van het fietsverkeer onder andere door het spreiden van de verwachte fietsdrukte, de OV-netwerkuitwerking van het Wiel met Spaken (versterken van de bereikbaarheid van andere overstappunten om Utrecht Centraal en de binnenstad te ontzien) en verdergaande sturing op het functioneren van het multimodale netwerk om de openbare ruimte aantrekkelijk te houden en de groei van duurzame en ruimte-efficiënte mobiliteit mogelijk te maken.

Parkeervisie
Het uitgangspunt van de parkeernota Stallen en Parkeren uit 2013 , een ‘leefbare, vitale en gezonde stad’, is nog steeds actueel. De beleidsmaatregelen uit deze nota zijn alleen niet meer voldoende om de stad leefbaar en bereikbaar te houden. De stad groeit harder dan we een aantal jaren geleden hadden verwacht en biedt onvoldoende ruimte om het autogebruik mee te laten groeien. Het is noodzakelijk om andere vormen van vervoer, zoals lopen, fietsen en OV, aan te moedigen. Die zijn gezonder en kosten minder ruimte. De nieuwe parkeervisie draag hier aan bij. Met het parkeerbeleid kunnen we bijdragen aan de leefbaarheid in de stad, door te sturen op het aantal rijdende en stilstaande auto’s. De hoofdlijnen van de parkeervisie werken we uit in een zestal modules. Twee daarvan, 'Parkeernormen' en 'Aanpak betaald parkeren', leggen we tegelijkertijd met de parkeervisie voor aan de gemeenteraad. De overige vier onderwerpen (Parkeren op afstand, Fietsparkeren, Aanpak parkeren openbare ruimte, Parkeren en toegankelijkheid) werken we in 2021 en 2022 uit samen met belangrijke partners in de stad.

Agenda Mobiliteitsplan
Na de vaststelling van het Mobiliteitsplan 2040 staat de mobiliteitskoers voor Utrecht voor de komende jaren vast. In 2021 en 2022 brengen we in kaart wat we moeten doen om onze ambities en doelen te realiseren. We maken hiervoor een Agenda Mobiliteitsplan. Deze agenda geeft overzicht van wat we al doen en wat we nog moeten gaan doen om die doelen te bereiken. En in welke volgorde we dat gaan doen, hoeveel geld en capaciteit daarvoor nodig is.

Integraal mobiliteitsonderzoek voor Overvecht
In het kader van de realisatie van de RSU en het Mobiliteitsplan 2040 maken we gebiedsgerichte uitwerkingen voor mobiliteit. In 2021 is dit gedaan voor Utrecht Zuid-West. In 2022 voeren we een integraal mobiliteitsonderzoek uit voor Overvecht. Dit onderzoek levert inzicht in de mobiliteitsopgave in Overvecht in relatie tot de woningbouwopgave (6.800 extra woningen, voorzieningen, groen, et cetera), de schaalsprong OV (Wiel met Spaken), ontwikkelingen rondom de Noordelijke Randweg Utrecht en de huidige verkeersproblematiek binnen Overvecht (zoals doorstroming, verkeersveiligheid en invoering 30 kilometer per uur). Het onderzoek levert een programmering op voor de mobiliteitsopgave in Overvecht (wanneer moeten we wat doen en hoeveel geld en capaciteit kost dat) en specificeert op functioneel niveau de inrichtingsprincipes voor de mobiliteitsmaatregelen.

Lightrail
Het huidige mobiliteitssysteem staat op onderdelen al onder druk, er zijn meerdere capaciteitsknelpunten in de tram- en businfrastructuur. Een schaalsprong in het OV-systeem is noodzakelijk. Toekomstbestendige keuzes in samenhang met het gehele OV-netwerk en stedelijke ontwikkeling zijn noodzakelijk: welke investeringen zijn wanneer en als eerste nodig om de groeiambitie waar te maken? Er is een verbeterpakket noodzakelijk op netwerkniveau. Benutten wat kan, uitbreiden wat moet. Ruimtelijke ontwikkeling van wonen en werken concentreert zich als eerste en met name aan de Zuidwest kant van Utrecht. Daar ligt de komende periode de focus en prioriteit. Vanuit deze prioritering wordt op basis van Utrecht Nabij het concept Wiel met Spaken verder uitgewerkt in een netwerkstrategie. Het gaat hierbij om de HOV/lightrail-verbinding op de Merwedelijn (van Utrecht CS via de Merwedekanaalzone naar Westraven en Nieuwegein/IJsselstein) en de Waterlinielijn (oost-west “wiel” verbinding van minimaal Westraven naar USP), in combinatie met een nieuw dubbelstation Koningsweg-Lunetten. Gelet op de samenhang in het netwerk wordt ook gekeken naar de relatie met andere verbindingen zoals de bestaande zware OV-assen in de stad, te weten: SUNIJ-lijn, Tramlijn 22 (voorheen Uithoflijn) en de Binnenstadsas.

U Ned
Komende decennia staat Utrecht voor de uitdaging om de groei van de stad vorm te geven. Dit kunnen we niet alleen. U Ned is het samenwerkingsverband waarin we met het Rijk, de U10-gemeenten en de provincie werken aan een gezonde groei van wonen, werken en bereikbaarheid in de regio Utrecht. In het programma U Ned werken we als regio samen met het Rijk aan verschillende programmalijnen.

Beoogd resultaat 2022
We werken in de meeste programmalijnen naar afspraken in het BO MIRT, behalve voor de no-regret maatregelen. Doel is om te komen tot de volgende afspraken:

  1. Gebiedsonderzoeken: we werken toe naar besluitvorming over de verstedelijking in de drie gebieden in ‘de Grote U’. Dit gaat over een inhoudelijke richting met duidelijkheid over aantallen woningen, werkplekken, groen et cetera, over fasering en over de benodigde investeringen. Doel is om over dit pakket afspraken te maken in het BO MIRT 2022, in samenhang met de MIRT Verkenning OV en Wonen en de Mobiliteitsstrategie.
  2. Mobiliteitsstrategie: In het BO MIRT van 2022 willen we het benodigde netwerk voor 2040 voor OV, fiets en auto inclusief de aanpak voor de realisatie ervan vaststellen als Rijk en regio. De besluiten zullen inzichtelijk maken welke maatregelen de U Ned partners nemen om de regio Utrecht ook op lange termijn bereikbaar en leefbaar te houden. Dit leidt mogelijk tot nieuwe MIRT-verkenningen met financiële afspraken waarin maatregelenpakketten concreter worden uitgewerkt.
  3. MIRT-Verkenning: In 2022 willen we een voorkeursbesluit nemen over de maatregelen die in 2030 moeten zijn gerealiseerd inclusief sluitende afspraken over de financiering hiervan. Om dit te bereiken werken we kansrijke maatregelpakketten uit in een planMER en mede op basis van die informatie (doelbereik, milieu-effecten, financiën, kosten/baten) kunnen we bepalen welk pakket de voorkeur heeft.
  4. Aanpak 2030: afspraken over het realiseren van bereikbaarheidsopgave tot 2030. De opgave zal deels bestaan uit maatregelen die al belegd zijn, maar waar dat niet zo is moeten afspraken worden gemaakt over wie hierin welke rol neemt en hoe we dit gezamenlijk financieren.
  5. No-regret maatregelen: voor de Utrechtse projecten uit dit maatregelenpakket worden in 2022 worden de Voorlopige ontwerpen opgesteld.  
  6. Programma Knooppunten: hierin brengen we kansen en voorwaarden in beeld om tot 2030 op bestaande regioknopen en corridors te verstedelijken. De wijze waarop we dit concreet doen en tot welke afspraken dit moet leiden wordt in 2021 uitgewerkt.

Doelenboom

 Bovenstaande afbeelding geeft de doelenboom van het programma weer. Dat wil zeggen de doelstelling(en) en subdoelstelling(en).

Grafiek lasten en baten

Bovenstaande afbeelding toont de baten en lasten per subdoelstelling.

Investeringen

 

x € 1.000

Bereikbaarheid

Autorisaties tm 2021

2022

2023

2024

2025

Vervangingsinvesteringen

0

0

0

0

0

Uitbreidingsinvesteringen categorie A 

539.621

6.120

0

0

0

Uitbreidingsinvesteringen categorie B 

177.500

0

0

0

0

Totaal investeringen

717.121

6.120

0

0

0

Verplichte BBV indicatoren

Om een eenduidig beeld te vormen over de beleidsresultaten van de gemeente en gemeenten onderling te kunnen vergelijken zijn er een aantal wettelijke verplichte indicatoren bij de programma’s opgenomen.

De verplichte Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) indicatoren Ziekenhuisopname na verkeersongeval  met een motorvoertuig (12) en Overige vervoersongevallen met een gewonde fietser (13) zijn vervallen als gevolg van gewijzigd beleid bij bronhouder VeiligheidNL.
Dat heeft tot gevolg dat onvoldoende actuele gegevens voor  deze indicatoren voor gemeenten beschikbaar zijn. Daarom vervallen deze indicatoren (bron: overheid.nl )

Deze pagina is gebouwd op 12/10/2021 13:49:46 met de export van 12/10/2021 13:09:49