Paragrafen

Lokale heffingen

Belastingen zijn gedwongen bijdragen van de burger aan de gemeente. De opbrengsten komen in de algemene middelen van de gemeente, waardoor ze voor een uiteenlopend aantal doelen kunnen worden ingezet. Een uitzondering hierop vormen de rioolheffingen en de afvalstoffenheffing. Dit zijn algemene belastingen, maar de opbrengsten mogen alleen ingezet worden om de kosten te dekken die de gemeente voor het rioolstelsel en het inzamelen van afvalstoffen maakt.
Een gemeente mag alleen de belastingen heffen die in de wet zijn opgenomen. In veel gevallen heeft de wetgever de bevoegdheid nader ingekaderd door de belastingplicht en de grondslagen en heffingsmaatstaven in de wettekst op te nemen. Voor zover de wetgever dat niet heeft gedaan resteert er voor de gemeenten nog een (beperkte) vrijheid om dat zelf in te vullen.

Beleid tarieven
Uitgangspunt voor de tariefsvoorstellen is dat de tarieven met de inflatie worden verhoogd. In de Voorjaarsnota 2021 is de opbrengst OZB met meer dan de inflatie verhoogd. Bij de berekening van de tarieven 2022 wordt hiermee rekening gehouden.

Overzicht tarieven en opbrengsten 2022

x € 1.000

Tarieven

Opbrengst

2021

2022

2021

2022

Onroerende-zaakbelastingen (*)

115.445

132.640

Eigenaren woningen

0,0725%

<volgt>

Eigenaren niet-woningen

  0,3128%

<volgt>

Gebruikers niet-woningen

 0,2527%

<volgt>

Rioolheffing (**)

42.742      

43.791

Aansluitrecht

228,32

228,32

Afvoerrecht

0 – 50.000 m3

1,74

1,74

50.001 – 100.000 m3

1,67

1,67

100.001 – 150.000 m3

1,55

1,55

> 150.000 m3

1,40

1,40

Afvalstoffenheffing (**)

46.743        

48.936

Eenpersoonshuishouden

295,25

303,85

Meerpersoonshuishouden

345,25

353,85

Hondenbelasting (**)

745

790

Per hond

83,41

86,04

Precariobelasting

Terrassen, uitstallingen etc.

Diverse

Diverse

622

673

Vergunningen inname openbare grond

Diverse

Diverse

400

419

Toeristenbelasting

6%

6%

3.913

2.934

Parkeerbelastingen (***)

Diverse

Diverse

35.031

37.043

Totaal

243.641

267.226

(*) opbrengst onroerende-zaakbelastingen inclusief aandeel ondernemersfonds
(**) opbrengst ná kwijtschelding. De cijfers rioolheffing en afvalstoffenheffing zijn inclusief de tariefsvoorstellen 2022, die verwerkt worden in de eerstvolgende begrotingswijziging onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad
(***) het betreft de inkomsten exclusief off-street parkeren (garages).

Toelichting op de tarieven en opbrengsten

Onroerende-zaakbelastingen
Alle eigenaren van woningen en alle eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen onroerende-zaakbelasting. De grondslag van de belasting is de waarde van een woning of niet-woning. Deze waarde wordt elk jaar opnieuw vastgesteld.

Met de groei van de stad neemt het bestand aan woningen en niet-woningen toe waarover onroerendezaakbelasting (OZB) wordt ontvangen. We houden rekening met een areaaltoename van 2,551 miljoen euro. Daarnaast houden we rekening met een toename van de opbrengst als gevolg van de indexering en de extra verhoging in de voorjaarsnota.

Tarieven
De tarieven voor de onroerende-zaakbelastingen worden op een later moment in het jaar berekend, zodat uitgegaan kan worden van de meest actuele cijfers over de verwachte waardeontwikkeling.

Rioolheffing

Toelichting kostendekkendheid

x € 1.000

Kosten taakveld

33.621

Toegerekende kosten

4.997

Kwijtschelding

0

Overhead

1.236

BTW

€   

3.937

Totale kosten

€ 43.791

Opbrengst heffingen

Onttrekking reserves

€ 43.791

€ 0

Kostendekkendheid

100%

Toelichting
De rioolheffing bestaat uit een eigenarentarief en een grootverbruikerstarief. Alle eigenaren betalen hetzelfde bedrag. Grote lozers die meer dan 250 m3 water lozen op de riolering betalen daarnaast nog een apart bedrag per m3 geloosd water. De rioolheffing is 100% kostendekkend.

De kosten met betrekking tot de rioolheffing stijgen in 2022 ten opzichte van 2021 met 2,5% als gevolg van inflatiecorrectie, areaalmutatie, en toegenomen toegerekende kosten. Aan de andere kant vertragen investeringen in 2022, door onder andere corona en doordat er meer tijd nodig is voor het werk met werk maken met andere projecten, waardoor de kosten voor investeringen dalen in 2022 ten opzichte van 2021. Daarnaast stijgt het aantal rioolheffing betalende eigenaren in 2022 als gevolg van de groei van de stad.
De daling in de investeringskosten en de stijging in het aantal betalende eigenaren zorgen ervoor dat de kostenstijging van 2,5% in 2022 volledig kan worden opgevangen zonder de tarieven te verhogen.

De tarieven zijn opgenomen in de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2022, die afzonderlijk voorligt bij de behandeling van de Programmabegroting 2022.

Afvalstoffenheffing

Toelichting kostendekkendheid

 x € 1.000

Kosten taakveld

€  37.415

Toegerekende kosten

€    5.582

Kwijtschelding

€    4.265

Overhead

€    3.960

BTW

  €    4.310   

Totale kosten

€    55.532

Opbrengsten

Baten heffing

€  53.201

Onttrekking reserve

€          0

Opbrengst afval

€   2.331

Totale opbrengsten

€    55.532  

Kostendekkendheid

 100,0%

In de Voorjaarsnota 2021 is bepaald dat de afvalstoffenheffing voor het jaar 2022 verhoogd wordt met    € 8,60. Bij bepaling van het tarief 2022 handhaven we de afspraak van de Raad dat er een verschil van 50 euro wordt gehanteerd tussen een- en meerpersoonshuishoudens.
Bij de tariefbepaling is gekeken naar mogelijke besparingen. De mogelijkheden voor de afvalstoffenheffing zijn beperkt. De mogelijke bezuinigingen zijn te vinden in het verlengen van de afschrijvingsduur van activa en de verlaging van de rekenrente van 2 naar 1,5%.
Er is rekening gehouden met een prijsinflatie van 2,15% en loonindexering van 3,75%.

Hondenbelasting
De houder van een hond betaalt hondenbelasting. Het houden van blindengeleidehonden en andere honden met een specifieke functie is vrijgesteld van de belasting. De belasting geldt per hond.

Bij de opbrengst hondenbelasting is rekening gehouden met een bedrag van 0,023 miljoen euro dat uit voorgaande jaren in 2022 ontvangen zal worden.

Tarief
Het tarief is verhoogd met de inflatie. Deze is opgenomen in de Verordening hondenbelasting 2022, die afzonderlijk voorligt bij de behandeling van de Programmabegroting 2022

Toeristenbelasting
Personen van buiten de stad die in Utrecht overnachten in een hotel, B&B of een andere betaalde gelegenheid betalen toeristenbelasting. De belasting is een vast percentage van de overnachtingsprijs en wordt door de logies biedende ondernemer ingehouden en aan de gemeente afgedragen.

Ook in 2022 geldt dat de gevolgen van de corona-pandemie nog merkbaar zijn in de toeristische sector, wat gevolgen heeft voor de omzet. Bij de beschrijving van de gevolgen van corona en de risicoparagraaf wordt hier nader op ingegaan.

Tarief
Het tarief bedraagt 6% van de overnachtingsprijs. Het tarief is in 2022 gelijk aan dat van 2021.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Het gaat bijvoorbeeld om uithangborden en terrassen, maar ook voor bouwterreinen op gemeentegrond wordt in het kader van inname openbare grond precario geheven.

Tarieven
De tarieven zijn verhoogd met de inflatie. Deze zijn opgenomen in de Verordening precariobelasting 2022, die afzonderlijk voorligt bij de behandeling van de Programmabegroting 2022.

Parkeerbelastingen
Parkeerbelastingen vormen een regulerende belasting. De belasting verbindt een prijs aan het parkeren in de stad op plaatsen waar de parkeerdruk hoog is. Op die manier wordt het parkeergedrag beïnvloed. Bewoners en bedrijven binnen het betaald parkeergebied kunnen in aanmerking komen voor een vergunning. Bezoekers van bewoners in het betaald parkeergebied kunnen tegen een gereduceerd tarief parkeren, als er bewonerskorting voor bezoek is gekocht. Voor deze korting geldt een maximum van 70 uur per kwartaal. Er zijn aparte vergunningen voor personen die om maatschappelijke redenen vaak parkeren in de stad, zoals mantelzorgers en kraamhulpen.

Tarieven
De hogere baten worden met name veroorzaakt door de verhoging van de parkeervergunningtarieven in A1 en A2 gebied bij de Programmabegroting 2021. De verhoging van de tarieven is in twee stappen doorgevoerd met een verhoging in 2021 en in 2022. De verhoging in 2022 bedraagt 0,465 miljoen euro. Daarnaast leidt de toegekende loon- en prijscompensatie tot hogere tarieven.

Bedrijveninvesteringszone
Utrecht kent één Bedrijveninvesteringszone (BIZ). Deze BIZ is gevestigd op de Woonboulevard. De aldaar gevestigde ondernemers betalen een belasting, waarvan de opbrengst door de gemeente weer wordt doorgestort aan een door deze ondernemers opgerichte vereniging die daarmee investeringen pleegt in het openbare gebied.

Kwijtschelding
Inwoners kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen. Kleine ondernemers kunnen ook kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen die zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven komen niet voor kwijtschelding in aanmerking. Kwijtschelding is mogelijk voor de onroerende-zaakbelasting, de rioolheffing voor het eigenarengedeelte, de afvalstoffenheffing en de hondenbelasting voor ten hoogste twee honden.
De normen voor kwijtschelding worden landelijk vastgesteld. Gemeenten mogen zelf kiezen of ze de bijstandsnorm op 90% of 100% stellen. De gemeente Utrecht kiest voor 100%, waarmee de meest ruime kwijtscheldingsnorm wordt gehanteerd.

Het kwijtscheldingsbeleid is door uw raad op 13 december 2012 vastgesteld.

Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt er overgegaan tot automatische kwijtschelding. Voor de OZB en de rioolheffing is geen bedrag aan kwijtschelding opgenomen. De reden hiervoor is dat de aanslagen voor deze belastingen worden opgelegd aan de eigenaren van woningen. Een eventuele overwaarde van de woning telt mee bij de vermogenstoets bij de kwijtschelding. Vanwege de sterk gestegen huizenprijzen is daardoor het vermogen al reeds te hoog om voor kwijtschelding in aanmerking te komen.

x € 1.000

2021

2022

Aantal

Bedrag

Aantal

Bedrag

OZB

0

0

0

0

Rioolheffing

0

0

0

0

Afvalstoffenheffing eenpersoon

6.960

2.060

7.614

2.314

Afvalstoffenheffing meer personen

5.040

1.744

5.514

1.951

Hondenbelasting

900

75

900

75

Totaal

3.145

4.340

Oninbaar
Van oninbaarheid is sprake als een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is.

x € 1.000

2021

2022

OZB

900

600

Rioolheffing

60

100

Afvalstoffenheffing

60

120

Hondenbelasting

14

5

Toeristenbelasting

20

20

Precariobelasting

15

25

Parkeerbelasting

60

70

Totaal

1.129

940

De begrote bedragen zijn gebaseerd op de resultaten van het afgelopen jaar en de inschattingen van de op dit moment naar aanleiding van de lopende invordering. Ervaringscijfers over 2020 en 2021 tot nu toe, laten zien dat het voor 2021 begrote bedrag voor de OZB aan de hoge kant was, waardoor het begrotingsbedrag omlaag kan worden bijgesteld. Om diezelfde reden is het bedrag aan oninbaar voor zowel de rioolheffing als de afvalstoffenheffing ten opzicht van de begroting 2021 verhoogd. Voor alle belastingen tezamen is het bedrag aan oninbaar lager dan dat voor het begrotingsjaar 2021.

In bovenstaand schema is voor de parkeerbelasting niet het aandeel van de buitenlandse kentekens opgenomen. In de jaarrekening wordt tevens aangeven hoeveel naheffingsaanslagen die in het belastingjaar voor invordering aan buitenlandse kentekenhouders zijn overgedragen uiteindelijk niet tot een betaling hebben geleid.

Deze pagina is gebouwd op 12/10/2021 13:49:46 met de export van 12/10/2021 13:09:49