1. De ruimtelijke ontwikkeling van de stad (als gevolg van de groei) versterkt gezond stedelijk leven (GSL) voor iedereen

1.1 Herontwikkeling van de fysieke leefomgeving draagt bij aan gezond stedelijk leven (GSL) voor iedereen.

x € 1.000

Omschrijving

Rekening
2020

Begroting
2021

Begroting
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Begroting
2025

Baten

02-1-1-1

Het opstellen van ruimtelijke kaders

5.537

529

544

544

544

544

02-1-1-2

Voorbereiden/realiseren bouwrijpe grond

330.143

60.746

51.718

156.841

56.426

39.102

02-1-1-3

Samenwerken met partners

61

0

0

0

0

0

Totaal baten

335.742

61.275

52.262

157.385

56.970

39.646

Lasten

02-1-1-1

Het opstellen van ruimtelijke kaders

5.874

9.313

1.557

404

-2.131

456

02-1-1-2

Voorbereiden/realiseren bouwrijpe grond

151.609

57.750

48.862

156.140

55.725

38.401

02-1-1-3

Samenwerken met partners

1.562

1.421

1.468

1.468

1.468

1.468

Totaal lasten

159.044

68.484

51.887

158.012

55.062

40.325

Saldo baten en lasten

176.698

-7.209

375

-627

1.908

-679

Mutaties reserves

Toevoeging reserves

12.010

35.776

9.097

5.810

6.260

5.575

Onttrekking reserves

39.469

52.991

9.900

9.799

8.465

11.051

Geraamd resultaat

204.156

10.006

1.177

3.362

4.112

4.797

Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.

Het opstellen van ruimtelijke kaders
De geraamde lasten en baten op deze doelstelling bestaan grofweg uit:

  • Uitnames die samenhangen met de verdeling van de overhead. Deze lasten worden gedurende het jaar toegerekend aan de producten: lasten -9,6 miljoen euro.
  • Het budget dat in 2022 beschikbaar is voor de voorbereiding van de gemeente op de Omgevingswet: lasten 1,7 miljoen euro.
  • De beschikbare middelen vanuit de Investeringsimpuls Ruimtelijke Strategie Utrecht: lasten 6,3 miljoen euro.
  • Het budget voor Strategie, dat vooral bestemd is voor de uitwerking en realisatie van thema’s op het vlak van gezond stedelijk leven voor iedereen en het verbinden van partners aan die opgave: lasten 0,6 miljoen euro.
  • Het budget voor het opstellen van stedelijke kaders (bestemmings-, omgevings- en ruimtelijke plannen): lasten 2,4 miljoen euro, baten 0,5 miljoen euro.

In 2022 zijn de geraamde lasten 7,7 miljoen euro lager dan in 2021. Dit komt vooral doordat de beschikbare middelen vanuit de Investeringsimpuls Ruimtelijke Strategie jaarlijks fluctueren. De lasten voor de komende jaren zijn aangepast aan de planning uit het Meerjarenperspectief Ruimte 2021 (MPR 2020). Daarnaast is in 2022 het budget voor de voorbereiding op de Omgevingswet 1,0 miljoen euro lager dan in 2021.

Voorbereiden/realiseren bouwrijpe grond
De cijfers in de tabel zijn gebaseerd op de meerjarige grondexploitaties binnenstedelijk, Leidsche Rijn en Stationsgebied die onderdeel uitmaken van het vastgestelde Meerjarenperspectief Ruimte 2021 (MPR 2021). Ook de lasten en baten van de overige gebiedsontwikkelingen zijn hier begroot.

Grondexploitaties binnenstedelijk
In 2022 zijn de geraamde baten 8,2 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voornamelijk uit verkopen van gronden binnen de grondexploitaties Merwedekanaalzone 4 defensieterrein, Oudenrijn West en Isotopenweg. 

De geraamde lasten zijn 8,1 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voor 9,5 miljoen euro uit kosten voor bouw- en woonrijp maken en milieumaatregelen. Daarnaast heeft 4,3 miljoen euro in de raming betrekking op plan- en VAT-kosten (de kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht), verwerving, tijdelijk beheer, rente en overige kosten. De verrekening met de balansrekening Onderhanden Werk bedraagt -5,7 miljoen euro. De balansrekening Onderhanden Werk bevat de boekwaarde van de lopende binnenstedelijke grondexploitaties. Meer toelichting op de boekwaarde en Onderhanden Werk is te vinden in het MPR 2021.

Het voordelig saldo van lasten en baten is 0,1 miljoen euro. Dit betreft de inkooptaakstelling op de binnenstedelijke grondexploitaties (die leidt tot een voordelig saldo van 0,2 miljoen euro) en de bijdrage aan promotie- en acquisitie (die leidt tot een nadelig saldo van 0,1 miljoen euro).

Grondexploitatie Leidsche Rijn
In 2022 zijn de geraamde baten 42,6 miljoen euro. Van deze opbrengsten zijn 35,2 miljoen euro uitgiftes van gronden ten behoeve van woningen (Rijnvliet, Leeuwesteyn Noord, Máximapark ) en 7,4 miljoen euro uitgiftes van gronden ten behoeve van niet-woningen (De Wetering-zuid, Papendorp Noord, Haarrijn, Leidsche Rijn centrum en Centrale zone).

De geraamde lasten bedragen 38,2 miljoen euro. Dit bedrag bestaat voor 30,1 miljoen euro uit kosten voor bouw- en woonrijp maken (voornamelijk Rijnvliet, Leeuwesteyn Noord, Máximapark, Leidsche Rijn Centrum, overall grondexploitatie en hoofdinfrastructuur). Daarnaast is 7,5 miljoen euro geraamd voor plan- en VAT-kosten en 5 miljoen euro voor kosten voor verwerving en tijdelijk beheer. Bijdragen aan derden worden op 7,1 miljoen euro geraamd en de rentelasten op 1,2 miljoen euro negatief. Aan het Onderhanden werk op de balans wordt 10,2 miljoen euro onttrokken. De balansrekening Onderhanden Werk bevat de boekwaarde van de grondexploitatie Leidsche Rijn. Meer toelichting op de boekwaarde en Onderhanden Werk is te vinden in het MPR 2021.

Het voordelig saldo van lasten en baten is 4,5 miljoen euro. Dit betreft de jaarlijkse afdracht aan de algemene middelen.

Grondexploitatie Stationsgebied
In 2022 worden geen baten verwacht. De resterende baten van de grondexploitatie zijn begroot in de jaarsnede 2023.

De verwachte lasten in 2022 zijn geraamd op 2,9 miljoen euro negatief. Dit bedrag is het saldo van de verwachte kosten die betrekking hebben op de in uitvoering genomen werken (26,0 miljoen euro) en de verrekening met de balansrekening Onderhanden Werk (28,9 miljoen euro). De verwachte kosten voor het bouw- en woonrijp maken van onder andere de Catharijnesingel, Jaarbeursplein en omgeving, de Sijpesteijnkade en Forum Noord zijn geraamd op 16,8 miljoen euro. De hiermee samenhangende plan- en proceskosten voor planning en toezicht en overig, zoals kosten voor tijdelijke maatregelen in de openbare ruimte zijn begroot op 9,2 miljoen euro.

Het voordelig saldo van lasten en baten is 2,9 miljoen euro. Dit betreft de afdracht aan de algemene middelen.

Overige gebiedsontwikkelingen
In 2022 bedragen de lasten op deze prestatiedoelstelling 5,4 miljoen euro. Deze bestaan voornamelijk uit plankosten die voortkomen uit het afsluiten van intentieovereenkomsten en anterieure overeenkomsten, ontwikkelstrategieën, (omgevings)visies en uitwerkingsstudies. Op basis van ervaring verwachten wij bijdragen van particuliere initiatiefnemers van 0,8 miljoen euro.

Samenwerken met partners
De begrote lasten laten vanaf 2021 een stabiel beeld zien.

Mutaties reserves
De toevoeging aan de reserves van 9,1 miljoen euro bestaat uit:

  • Een toevoeging aan de reserve Grondexploitatie van 2,8 miljoen euro: dit zijn de middelen die in de Voorjaarsnota 2017 beschikbaar zijn gesteld voor de Merwedekanaalzone OPG en Busstalling (1,1 miljoen euro), en voor Lombokplein en doorvaarbare Leidse Rijn (1,6 miljoen euro).
  • Een toevoeging aan de reserve Investeringsimpuls RSU van 6,3 miljoen euro: deze toevoeging is conform besluitvorming
    • Voorjaarsnota 2016: 1,1 miljoen euro voor een kwaliteitsimpuls van de openbare ruimte in de binnenstad;
    • Voorjaarsnota 2018: 2,3 miljoen euro voor onverhaalbare (plan)kosten en voor rondje Stadseiland);
    • Programmabegroting 2021: 0,3 miljoen euro voor fietsmaatregelen gekoppeld aan gebiedsontwikkeling en
    • Voorjaarsnota 2021: 2,5 miljoen euro voor investeringen in een gezonde ontwikkeling van de stad (speelplaats de Kameleon) en voor de integrale programma-aanpak Kanaalstraat/Damstraat en Amsterdamsestraatweg).

De onttrekking aan de reserves van 9,9 miljoen euro bestaat uit:

  • Een onttrekking aan de reserve grondexploitatie van 3,0 miljoen euro: dit betreft de jaarlijkse afdracht aan de algemene middelen (2,1 miljoen euro), de dekking van de kosten voor promotie en acquisitie (0,1 miljoen euro) en de dekking van het product gebiedsmanagement (0,8 miljoen euro).
  • Een onttrekking aan de reserve Investeringsimpuls RSU van 6,2 miljoen euro; deze onttrekking dekt de geraamde lasten voor de Investeringsimpuls RSU. De lasten voor 2022 zijn aangepast aan de planning uit het Meerjarenperspectief Ruimte 2021 (MPR 2021).
  • Een onttrekking aan de reserve inkooptaakstelling Leidsche Rijn van 0,7 miljoen euro, ten gunste van de algemene middelen.

Toelichting budgetafwijkingen/grote mutaties

Onderstaande tabel geeft de verschillen weer ten opzichte van begrotingsjaar 2021 (als basisjaar). De afwijkingen worden weergegeven wanneer deze groter zijn dan 0,1 miljoen euro dan wel 10% van het totale budget per subdoelstelling.

x € 1.000

I / S

2022

2023

2024

2025

Baten

Grondexploitaties
Meerjarige raming van de baten (cashflow) uit de actualisatie van de grondexploitaties conform MPR 2021

I

-9.050

96.073

-4.342

-21.666

Overige baten

37

37

37

37

Totaal baten

-9.013

96.110

-4.305

-21.629

Lasten

Grondexploitaties
Meerjarige raming van de lasten (cashflow) uit de actualisatie van de grondexploitaties conform MPR 2021

I

-9.049

98.929

-1.486

-18.810

Investeringsimpuls RSU
Jaarlijkse fluctuatie op basis van de planning in het MPR 2021

I

-6.864

-6.848

-8.182

-5.596

Invoering Omgevingswet
Afloop van het budget dat tot en met 2023 beschikbaar is voor het invoeren van de Omgevingswet

S

-1.490

-1.890

-3.090

-3.090

Bedrijfsmiddelen SO

I

521

-249

-249

-249

Toename is het gevolg van mutaties in het ontwikkelbudget. Dit budget wordt bij de volgende begrotingswijziging verdeeld naar de opgaves

Gebiedsmanagement

Afloop van het budget Uitwerking RSU 2040 dat tot en met 2022 beschikbaar is

S

161

-539

-539

-539

Overige lasten

123

123

123

123

Totaal lasten

-16.597

89.528

-13.422

-28.159

Saldo baten en lasten

7.584

6.582

9.117

6.530

Verbonden Partijen

Deze subdoelstelling heeft geen verbonden partijen.

Deze pagina is gebouwd op 12/10/2021 13:49:46 met de export van 12/10/2021 13:09:49